Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nam het volk des lands [1]Joahaz, den zoon van Josia, en zij [2]maakten hem koning, in zijns vaders plaats, te Jeruzalem. 1. Ook genoemd, naar eniger gevoelen, Johanan 1 Kron.3:15, en Sallum, Jer.22:11, en Joahaz, vs.1 en in vs.2. 2. Tot welk einde zij hem ook zalfden, 2 Kon.23:30. Van de reden hiervan, zie aldaar in de aantekening. Zie ook 2 Kon.11:12.